Van Batenburg
Uiterlijk
Van Batenburg (ook:Van Imbyze van Batenburg) is een uit Batenburg afkomstig geslacht waarvan een lid in 1820 in de Nederlandse adel werd opgenomen.
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]De stamreeks begint met Derick N.N. die in 1709 postuum vermeld wordt in een kerkrekening van Batenburg. Zijn kleinzoon noemde zich (van) Batenburg. Een kleinzoon van die laatste werd bij Koninklijk Besluit van 2 september 1820 verheven in de Nederlandse adel.[1]
Enkele telgen
[bewerken | brontekst bewerken]Jan Willemsz van Batenburg (Johan Batenburg (†1720), sergeant, vaandrig, luitenant en kapitein
- Pascasius Diderik van Imbyze van Batenburg (1708-[1782]), officier in Statendienst, laatstelijk kapitein, grootmajoor van Oudewater
- Jhr. Jan Willem van Imbyze van Batenburg (1756-1837), grootmajoor van Oudewater, generaal-majoor titulair
Bronnen, noten en/of referenties
- W. Wynaendts van Resandt, 'De afstamming van het geslacht van Imbyze van Batenburg', in: De Nederlandsche Leeuw 35 (1917), k. 131-140 (online: 131---140).
- Nederland's Adelsboek 86 (1996-1997), pp. 20-25.
Noot
- ↑ De geslachtsnaam is ontleend aan de afkomst uit de plaats Batenburg; het naamsdeel Van Imbyze is pas in de vierde generatie toegevoegd. Het is daarom vreemd dat de redactie van het Nederland's Adelsboek niettemin deze familie in haar reeks opneemt onder de "I" in plaats van onder de "B". Het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek plaatst de adellijke telg wel onder de "B".